Maar Lief had een laat valentijnsweekendje gepland in de carnavalsstad der Vlaamse carnavalssteden, Aalst.
Valentijn, maar samen met de kinderen weliswaar.
Mooi stadje, klein & knus. Uitermate charmant dialect. En als Vlaamsbrabantse vrij goed verstaanbaar voor mij.
Zaterdag. Hier en daar loopt een verdwaalde 'voil janet'. Blonde of rosse pruik, moeders bh opgevuld, een zichtbare zwarte string en panty's met duidelijk overbehaarde benen. Tiens, denk ik, ontharen 'voil janetten' zich dan niet?
Al bij al blijft het stadje nog rustig. Een stilte voor de zondagse uitbarsting.
Zondagmiddag. Een oud afgeleefd cafeetje tussen spoor en water loopt vol. Geen stoelen meer, enkele vooroorlogse afgeleefde tafeltjes, banken met vlekken tegen de muur. Drank kan je enkel nog krijgen in plastieken bekertjes. En voor de veiligheid zijn stoffen muren afgeplakt met doorzichtig plastiek. Er hangt een merkwaardige, volkse en intieme sfeer. Geur van zware hamburgers en gebakken ajuin (tiens, tiens!). Even een 'fond' leggen voor het latere overmatig drankverbruik, denkt het oudere koppel aan de overkant van de gelagzaal.
Koud en mistig. We trekken naar het begin van de stoet, aan de rode brug.
Dan barst het los. Pinguïns met alohabloemetjes rond de nek en cocktails in het zand. Opwarming van de aarde. Dikke prinsen met sigaren in Villa Clementine of met betonmolen in een namaakschip. Enkele lokale verwijzingen naar de wisseling van het burgemeesterschap. Van Blauw naar Tjeef. Of van grijze foef naar brazilian wax. Traaven in 't
En ik? Ik heb genoten, ondanks bevroren voeten in pijnlijk net gekochte platte schoenen. Kindjes doodop maar gelukkig. Man ook.
Volgend jaar terug? Jazeker!
Maar dan wel verkleed als Pipi Langkous.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten