Fietsdag op school.
Ik was het vergeten (té veel andere dingen aan m'n hoofd, waaronder véél studeren!), maar Wol kon toch nog een fietsje van een ander klasgenootje lenen.
En plots valt de euro.
'Heb je met een gewoon fietsje gereden? Zo eentje zonder wielen?'
'Zonder wielen, mama?, vraagt Zoon. 'Dat kan niet, hoor! Dat gaat niet vooruit!'
De kritische bijdehand! (Hoe veel kan een kind op z'n mama lijken?)
'Ik bedoel: zonder zijwieltjes.'
'Ja natuurlijk, mama!'
Maar zo 'natuurlijk' is dat niet.
Want al méér dan een jaar probeerden we Wolleke te leren fietsen zonder zijwieltjes. Vruchteloos!
Ontelbaar de keren dat we -stevig joggend- erachteraan liepen. Wol op z'n fietsje met bezemsteel eraan vastgehecht. En Lief of ik puffend erachter. Met telkens hetzelfde resultaat: het decor in. Of bij gebrek aan decor: onvermijdelijk tegen de vlakte. Tot uiteindelijk zelfs Wol niet meer wilde...
Tot nu. Ineens kan hij het wel.
Ik herken een patroon.
Voor z'n vijfde verjaardag mocht Wol leren zwemmen. Dat ging prima met de zwemjuf. Maar o wee, niet met ons! Terstond zou hij kopje-ondergaan en verdrinken.
Totdat we op reis gingen. En Wol niet alleen op de zwemglijbanen mocht, totdat hij kon zwemmen zonder bandjes. En -op slag- ging het wel.
Waar een Wol is, is een weg!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten